Ding 29 Mobiel internet

Onder het genot van een stuk pure chocolade( goed voor de lijn las ik zojuist in de papieren krant!) weer verder met de verdiepdingen. Mobiel internet. Zelf ben ik (nog) niet in het bezit van een smartphone. Wel zie ik de voordelen van zo'n telefoon, maar mij is geleerd: "earst it âlde guod oanein". Dus ik maak voorlopig nog mooi gebruik van mijn Samsung telefoontje, die werkt nog steeds. Digitale informatiedragers verdringen de bibliotheek, zo las ik in het artikel van Alice de Jong, de informatieprofessional.Bibliotheken zullen zo ingericht moeten worden, dat klanten op een intuïtieve manier hun eigen informatiestroom kunnen beheren. Maar zij schrijft ook dat mensen waarschijnlijk om zullen komen in de stroom van informatie en ze vraagt zich af of bibliothecarissen dan nog een rol kunnen spelen. Als ik kijk naar hoe het onderwijs en leerlingen werken , dan zie ik daar nog heel veel jaren een rol voor de bibliothecaris weggelegd. Natuurlijk kunnen apps daar ook een onderdeel van zijn, maar ik blijf geloven in de persoonlijke benadering. Het "echte " voorlezen door een persoon en de boekpromotie, kunnen in mijn ogen nooit vervangen worden door een apparaat. Natuurlijk kunnen apps een prachtige aanvulling geven op de verschillende programma's, maar voor mij komen de kinderen en het boek op de eerste plaats. Gister kwam er van een collega uit een andere bibliotheek informatie binnen over het "verappen" van kinderboeken en hoe wij daar als bibliotheek mee om zouden kunnen gaan. "Verappte kinderboeken zouden een middel kunnen zijn om kinderen naar echte boeken te leiden. We proberen kinderen dan via de digitale snelweg aan het lezen te krijgen. Naast de kinderen richten we ons uiteraard ook op de ouders, leerkrachten etc. Misschien kunnen we tablets met apps uitlenen?